Mijn naam is Ingrid Galle. Ik ben geboren in het jaar 1971 en sinds 1993 werkzaam binnen de hulpverlening.

Gedurende 20 jaar was ik tewerkgesteld als psychiatrische verpleegkundige binnen een opname afdeling voor jong mentaal gehandicapten met psychische problemen.

Daarnaast volgde ik de opleiding tot maatschappelijk assistente. Dit met de bedoeling om mijn blik te verruimen, in die zin dat ik naast de kijk op het individu mij verder wou verdiepen in de maatschappij en de samenleving in het bijzonder. Sinds 2008 ben ik vandaag de dag werkzaam als screener bij de dienst maatschappelijk onderzoek te Brussel die in staat voor de gesprekken binnen de binnenlandse en buitenlandse adoptieprocedure.

Daarnaast studeerde ik af als master in de verpleeg en vroedkunde.  Sinds 2013 werk ik als praktijkassistente op de vakgroep huisartsgeneeskunde en eerstelijns gezondheidszorg aan de universiteit van Gent. Hierbij geef ik communicatietraining aan artsen in opleiding.

In 2017 volgde ik een postgraduaat equicoaching om twee passies met elkaar te verenigen, paarden en mensen.

In 2019 volgde ik een bijkomende opleiding tot loopbaancoach om vervolgens mijn eigen loopbaancentrum op te richten.

Een verduidelijking van mezelf als therapeut, coach en vertrouwenspersoon.

Hoe bekijk ik als hulpverlener een individu met een hulpvraag, een maatschappij die lijkt te lijden onder de eigen vooruitgang? Hoe benader ik de van daaruit komende ongemakken bij zij die een beroep doen op mij?

Doorheen de jaren ervaring en de verschillende opleidingen kwam ik in contact met tal van invalshoeken. Ik nam veel mee van datgene wat ik leerde binnen de verschillende opleidingen, uit boeken en praktijkervaring, doch ik streefde na dit alles te integreren binnen mezelf als persoon. Ik opteer dan ook om de therapeutische interventies te baseren op allerlei verschillende therapeutische invalshoeken, met in het bijzonder de cognitieve gedragstherapie al dan niet in combinatie met coaching vaardigheden.

Een vaak voorkomende vraag is volgens welke stroming of methode ik werk. Dat is nu net een vraag die ik niet volledig, noch bevredigend kan beantwoorden. Naar mijn mening is het niet enkel een theoretische bagage of het strikt volgen van een therapeutische school, dat iemand tot een goede therapeut, & coach  maakt. In  eerste instantie ben je een persoon die deel uitmaakt van dezelfde systemen waarbinnen de cliënten zich bevinden. We leven allemaal in eenzelfde soort leven, en niemand, ook de therapeut niet, is immuun tegen de tragedies die er onlosmakelijk mee verbonden zijn.

Dit maar om aan te tonen dat men als therapeut zich als mens moet profileren en niet als een ongenaakbaar iemand die boven de cliënt staat en denkt de waarheid in pacht te hebben. Te vaak stonden wij verheven boven de cliënt. Een verhevenheid die we zelf in de hand werkten en die we in stand hielden als we ze opmerkten bij het cliënteel. Doch, het loont meer dan de moeite om van de troon af te dalen en gewoon mens te zijn.

Een goede therapeut is voor mij dan ook iemand die empathie en sympathie zal tonen naar degene die een beroep op hem doen. Morele ondersteuning is daarnaast eveneens van groot belang en zal samen met een gezonde dosis empathie en sympathie een belangrijke stap zijn op de weg naar een opbouwende vertrouwensrelatie.

Persoonlijk baseer ik de gesprekken op de interactie tussen mezelf als therapeut, vertrouwenspersoon en de cliënt met een hulpvraag.

Zoiets eenvoudig als een dialoog met een ander die betrokkenheid toont, is op veel momenten al een troost. Veel cliënten ondervinden problemen op gebied van intimiteit en alleen al de ervaring van een intieme relatie met een vertrouwenspersoon kan voor hen van enorme waarde zijn. Het feit dat zij zich helemaal bloot geven aan een ander en desondanks geaccepteerd worden, kan een steun betekenen. Mensen winnen enorm aan zelfvertrouwen wanneer ze worden geaccepteerd en ondersteund door iemand die hen goed kent, die iemand kan de vertrouwenspersoon zijn die doorheen de sessies heel wat toevertrouwd krijgt van de cliënt.

Belangrijk is het vermogen om te luisteren, om mee te voelen, te begrijpen wat iemand anders bedoelt, en hierdoor samen met de cliënt te komen tot andere gezichtspunten.

Ik besef dat ik met deze invalshoek vaak niet aansluit met de gangbare vormen van hulpverlening met de daarbij horende visie. Dit is zeer zeker niet met opzet, maar ik vertrek vanuit de sterkte van de therapeut als mens, met daaraan zijn verworvenheden qua kennis.

Het hier en nu is dan ook van groot belang, zonder hierbij afbreuk te willen doen op de impact van het verleden op het dagdagelijks functioneren van personen.

Door het werken met het hier en nu moment sluit ik niet de ogen voor de worsteling met onderdrukte instinctmatige driften, verwrongen relaties met belangrijke personen en flarden van vergeten traumatiserende herinneringen, doch het gaat hem om de mogelijke confrontatie van dit alles met de gegevenheid van het leven hier en nu.

Ik zie mezelf niet als spitter die het één en ander wil blootleggen wat in het verleden heeft plaatsgevonden. Ik tracht wel het verleden te gebruiken om de huidige relatie tussen mij en de cliënt te begrijpen. Het verleden dat naar mijn idee spontaan ter sprake komt en niet door het toe doen van enig graafwerk. Dit laat ik graag gebeuren door deskundigen binnen het werken met het verleden.

De begeleidingen zijn steeds op maat. Dit kan gaan van een kortdurende interventie tot een langdurige ondersteuning. Steeds zal ik daarbij de afhankelijkheid van de cliënt beperkt te houden. Het kan gaan om een paar gesprekken tot een begeleiding van een aantal weken, maanden en zelfs jaren. Ik streef als het ware naar een snelle verlichting. Ik tracht er voor te zorgen dat de cliënt binnen een korte tijdsspanne, voldoende inzicht verkregen heeft om verder te gaan! Indien een langere begeleiding wenselijk is kan dit ook.  Zo ook het zo nu en dan terugkomen voor een “onderhoudssessie”, in die zin dat belangrijke thema’s nogmaals doorsproken worden en worden afgetoetst.

Het bestaansrecht van een persoon is van groot belang. Iedereen moet streven naar verlichting en wie dat heeft bereikt moet anderen helpen hetzelfde te doen. Ik benoem deze vorm van streven een gezond egoïsme, dat voortkomt uit een positief eigenbelang waardoor het een constructieve kracht in zich draagt. Als het echter een gevolg is van ijdelheid, negatief eigenbelang of narcisme dan heerst er een destructieve kracht. Wat binnen een therapeutische relatie uit den boze is.

Steeds weer opnieuw wens ik aan te stippen dat veralgemenen nooit mijn intentie is. Ik richt mij ten volle naar de gang van zaken binnen een specifieke situatie en tracht hierbij de nodige aandacht te schenken voor die aspecten die binnen mijn opdracht en werking van belang zijn.

Dit door te trachten relevante zaken niet uit het oog te verliezen en elke situatie vanuit zijn eigenheid te benaderen.